Logo
menu
Transitie in de praktijk

Op weg naar een voorspelbare stroom woningen

Een gemêleerd gezelschap van corporatiebestuurders, beleidsmedewerkers, architecten, stedenbouwkundigen en de waarnemend directeur generaal van Volkshuisvesting en Bouwen heeft zich op deze druilerige vrijdagmiddag in de fabriek van Homes Factory in Breda verzameld. In samenwerking met Homes Factory heeft De Bouwcampus hier een ‘Transitie in de praktijk’ georganiseerd. “Om,” zoals transitiemanager Atto Harsta het omschrijft, “met elkaar te bekijken waar we staan als het gaat om industriële woningbouw maar vooral ook hoe we het verder kunnen brengen.”

Na een korte introductie nemen de directieleden van Homes Factory, Susanne Swinkels, Jan Hop en Joost van Dijk, het gezelschap mee de fabriek in. Hier realiseert Homes Factory elke zeven weken veertig woningen. De woningen die in de warme hal staan variëren nog van alleen de vloer tot bijna compleet afgewerkte woningen. De HSB-wanden zijn van hout met cellulose als isolatiemateriaal en gevels met minerale steenstrips. 

Harry Platte, directeur-bestuurder Parteon en bestuurder van Bouwstroom Noord heeft het zichtbaar naar zijn zin. Hij heeft zojuist in ‘zijn’ nieuwe woningen gestaan. Immers, de 38 eengezinswoningen die op het terrein van Homes Factory staan, gaan later deze maand via een schip naar Zaanstad waar ze no-time worden geassembleerd. De eengezinswoningen bestaan uit twee op elkaar gestapelde modules. “We tillen de bovenste module er weer af zodat de woningen makkelijk te vervoeren zijn”, vertelt Joost van Dijk. “Ik ben verrast door de detaillering van de woningen,” zegt Platte. “het metselwerk aan de buitenzijde van de woning met die uitstekende stenen. En de hoogte van de plafonds en deuren als je binnenkomt, dat voegt echt kwaliteit toe.”

Opschalen

In de zogenoemde dialoogronde na de rondleiding ging het uiteraard vooral over opschalen. Harry Platte: “We hebben op dat vlak nog wel wat te doen. Het stopt niet bij een producent en een opdrachtgever die elkaar vinden. We hebben gemeenten echt nodig in die bouwketen. En bouwers moeten elkaar onderling helpen om industriële bouwdelen en -componenten van elkaar te gebruiken. De hoeveelheid partijen die we nodig hebben om niet alleen een stroom aan projecten en producten te hebben is groot. En er zijn ook voldoende locaties nodig. Maar je hebt ook een permanente stroom aan communicatie met bewoners nodig, want iedereen wil wonen maar het mag nooit in jouw achtertuin. Kortom, we moeten nog op heel veel disciplines stapjes zetten om in stromen te gaan denken en werken. Maar,” benadrukt Platte, “het is voor een industrieel proces wel nodig.”

Urgentie

Een mening die Rob Haans, bestuursvoorzitter van De Alliantie ook deelt. “De grootste belemmering is dat wij naar mijn mening de urgentie in Nederland onvoldoende beleven dat er een enorm woningtekort is. We hebben te maken met 400.000 woningzoekenden. En we vertragen in het toevoegen van woningen. Het is echt alle hens aan dek om voldoende woningen te realiseren. De urgentie is niet alleen zeggen dat we ermee bezig zijn, we moeten het doen. En industriële woningbouw is een manier om dit ook snel te kunnen doen. Tegelijkertijd,” voegt Haans eraan toe, “vind ik het spannend of het ons lukt om met deze manier van produceren zulke volumes te maken voor hetzelfde geld. Met andere woorden als het ons lukt om door schaalvergroting en industrialisatie woningen zo te maken dat ze voor twintig tot dertig procent goedkoper kunnen, dan kunnen we uiteindelijk meer maken voor hetzelfde geld.” 

Voorspelbare stroom

Het is een vooruitzicht dat Susanne Swinkels commercieel directeur van Homes Factory deelt. “Momenteel bouwen we elke zeven weken veertig woningen.” Het is een aantal dat zij de komende jaren naar jaarlijks duizend woningen wil uitbouwen. “Het belangrijkste daarvoor,” benadrukt zij, “is dat er een continue voorspelbare stroom aan productie komt. Een fabriek mag niet stilvallen. Daarnaast is het belangrijk dat je daar waar mogelijk standaardiseert en niet iedereen zijn eigen dingetje wilt doen.” Tegelijkertijd is ze enthousiast over de toekomst. “Ik heb vanmiddag bij de aanwezigen ook veel enthousiasme gezien. We bouwen de brug terwijl we er over lopen en wat we morgen tegenkomen weten we niet maar we moeten het vooral doen.” 

Uit het hart

De opmerking is Jan Willem Beaujean, waarnemend directeur generaal Volkshuisvesting en Bouwen uit het hart gegrepen. “Deze manier van bouwen gaat onlosmakelijk een deel zijn om die grote woningbouwopgave te realiseren. Het is en betaalbaarder, het is leveringszeker en het draagt bij aan de verduurzamingsopgave die we ook nog hebben. We zijn het al aan het doen en het hoort volop bij de transitie dat we het in beweging houden. De les voor mij van vandaag is, hoe kunnen we elkaar helpen om die beweging van industriële woningbouw te versnellen.” Volgens de waarnemend dg hebben ontwikkelaars, bouwers, medeoverheden en rijksoverheid de verantwoordelijkheid om dit waar te maken. “Als wij in Nederland die schaalsprong willen maken dan is standaardisatie  het antwoord. En ja dat betekent, eens vergund overal vergund dan moeten wij dat met elkaar gaan regelen. Op die manier kunnen we de volumes bereiken die voor de toekomst nodig zijn.” Om er na een korte stilte nog aan toe te voegen: “Dit was vandaag niet zomaar vrijblijvend op bezoek. Hier komt een verantwoordelijkheid bij om dit ook verder te brengen.” 

Alle deelnemers aan deze Transitie in de praktijk zijn enthousiast over de middag en komen graag in eenzelfde setting op een andere locatie weer bij elkaar. “Want”, zo benadrukte Jan Willem Beaujean, “we moeten de beweging erin houden.”

Kijk hier naar een korte registratie van de Transitie in de praktijk

Deel dit artikel: