In gesprek met rijksbouwmeester Francesco Veenstra
"Industriële woningbouw biedt enorme kansen"
Een gesprek met:
Francesco Veenstra
Rijksbouwmeester & partner bij Vakwerk Architecten in Delft
Francesco Veenstra, partner bij Vakwerk Architecten in Delft, is sinds twee jaar de rijksbouwmeester. Hoe ziet hij de toekomst als het gaat over het woningtekort? “Industriële woningbouw is per definitie een oplossing,” vindt Veenstra, “het biedt enorme kansen.”
“Optoppen, inbreiden en ombouwen van kantoorgebouwen is een belangrijke mogelijkheid om snel iets aan het woningtekort te doen,” meent Veenstra. “Een bestaande wijk herinrichten gaat sneller dan een hele nieuwe wijk bouwen. Het gaat dan om verdichten van de stad. De infrastructuur ligt er al. Het is daarmee ook een hele betaalbare oplossing. Dit zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Wel is het van belang, dat het op een zorgvuldige manier gebeurt."
“Optoppen zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn
“Het vergroten van het aantal woningen binnen bestaande wijken biedt ook een mooie gelegenheid om de al bestaande woningen gelijk te upgraden. Het is dan wel belangrijk dat het op een zorgvuldige en passende manier gebeurt. Vaak zijn omwonenden positief verrast als het klaar is. Vaak is het zelfs mooier dan dat het was.”
Bij uitbreiding van een wijk, in de zin dat er woningen aan de bestaande voorraad worden toegevoegd, is het in zijn ogen nodig om ook de buitenruimte onder de loep te nemen. “Als je toch bezig bent, is dat een mooie gelegenheid om de leefbaarheid aan te pakken. Kijk eens naar de kwaliteit van de inrichting. Misschien moet de wijk autovrij worden en kun je groen toevoegen,” zo geeft hij aan.
“Pak ook gelijk de leefbaarheid aan
Industriële woningbouw is essentieel bij de uitbreiding. “Het biedt enorme kansen,” aldus Veenstra. “Ook om schoner, sneller en met minder overlast te bouwen. Er valt daarmee echt nog een hele wereld te winnen. Ik wil eigenlijk een oproep doen om maximaal gebruik te maken van de kansen die industriële woningbouw biedt.” Vanuit zijn functie als rijksbouwmeester werkt hij mee aan een publicatie over ruimtelijke kwaliteit bij industriële bouw. “Met deskundigen en marktpartijen kijken we naar de mogelijkheden om industriële woningbouw in te zetten. Een positieve insteek is daarbij belangrijk. Negatieve voorbeelden zijn altijd makkelijk om te vinden. Maar wij willen bewust de andere kant belichten, met als doel meer industrialisatie, innovatie en ruimtelijke kwaliteit. Het moet positieve energie uitstralen.”
“We hebben wel een woningtekort maar geen kamertekort
Hoewel Veenstra dus uitermate positief is over de mogelijkheden van optoppen, inbreiden en ombouwen met behulp van industriële woningbouw, wil hij toch ook een andere quick win belichten. “Met het enorme woningtekort dat we momenteel hebben, moeten we echt alle mogelijkheden volledig benutten,” legt hij uit. “Natuurlijk moeten we gaan optoppen, inbreiden en kantoorgebouwen ombouwen, maar er zit nog een duidelijke stap voor. We hebben in Nederland weliswaar een woningtekort, maar geen kamertekort.”
Veenstra meent dat in Nederland vooral woningen voor gezinnen beschikbaar zijn en veel te weinig woningen voor alleenstaanden. Doordat ouderen langer thuis wonen en ook ouder worden, jongeren langer vrijgezel blijven en mensen die gaan scheiden vaak ook langer alleen wonen, is in Nederland op dit moment al 40 procent van de huishoudens een eenpersoonshuishouden. “We moeten dus ook serieus gaan kijken naar mogelijkheden van woningdelen en splitsen van woningen,” constateert de rijksbouwmeester. “Daarvoor is de medewerking van woningeigenaren en gemeenten nodig. Vaak houdt regelgeving dit tegen. Daar moeten we op korte termijn verandering in brengen. Voor de nieuw te bouwen woningen vergt dat lenigheid in het systeem, woningen moeten veel makkelijker uit te breiden of te splitsen zijn als de gezinssamenstelling verandert. Het is dan ook noodzakelijk dat bouwsystemen uitwisselbaar zijn. Dat vergt dus ook iets van de industrie."
Kortom, als we alle neuzen dezelfde kant op krijgen, valt er volgens de rijksbouwmeester nog een wereld te winnen aan woningen binnen de bestaande bebouwing. “Waarom moeilijk doen, als het makkelijker en mooier kan.”